3. 80 jaar oorlog
Na het begin van de opstand zou er veel doorzettingsvermogen nodig zijn om het op te nemen tegen het machtigste rijk van die tijd. Gedurende een lange tijd leek het erop dat de opstandelingen elk moment verslagen konden worden door de Spaanse legers.
Leer meer over de opstand die uiteindelijk 80 jaar zou duren in deze aflevering van 'de opstand tegen Spanje'
Samenvatting
In het jaar 1568 begon de opstand tegen Spanje. Willem van Oranje gaf leiding aan een losse verzameling steden, edelen en boze burgers onder de verzamelnaam ‘geuzen’. Niemand kon weten dat de strijd pas in 1648, tachtig jaar later, officieel beëindigd zou worden.
Het ging hier nadrukkelijk om een opstand tegen Alva en niet tegen de koning. De eerste pogingen Nederland te bevrijden zouden mislukken.
Om de bevolking angst aan te jagen en ervan te overtuigen zich niet aan te sluiten bij de opstand van Oranje liet Alva enkele hoge edelen en vrienden van Willem die nog niet gevlucht waren onthoofden.
In de jaren die daarop volgden voerde Alva nieuwe belastingen in die de mensen nog bozer maakten. Het gevolg hiervan was dat steeds meer mensen Willem van Oranje openlijk begonnen te steunen.
Tot dan toe hadden de watergeuzen het gehouden bij aanvallen op zee. Alva had er weinig aandacht aan besteed want hij kreeg de Geuzen toch niet te pakken. Ze verstopten zich altijd in de Engelse havens tot koningin Elizabeth dit verbood. Ze wilde de relatie met de Spanjaarden verbeteren.
De watergeuzen, onder leiding van admiraal Lumey vielen toen op 1 april 1572 de Nederlandse stad Den Briel aan.
De Geuzen vielen op meer plekken aan en de Spanjaarden vochten hard terug.
Hoewel de haat van het volk tegen de Spanjaarden enorm toenam, mede door de slachtpartij in Haarlem hield Willem van Oranje het erbij dat het nog altijd om een opstand tegen Alva ging en niet tegen de koning. Hij zei altijd: ‘de koning van Hispanje heb ik altijd geëerd’.
De opstandelingen kregen in de eerste jaren van de opstand klap na klap te verwerken. In 1573 haalden zij echter een grote overwinning in Alkmaar en er volgden nog meer overwinningen.
In 1575 leek het wat beter te gaan maar op 4 november trokken Spaanse troepen moordend en plunderend Antwerpen binnen.
Na deze zoveelste plundering kwamen de steden en gebieden samen en tekenden ze de ‘Pacificatie van Gent’.
De pacificatie van Gent, getekend in 1575, is een belangrijk document. Het betekent in feite dat alle gebieden van de Nederlanden zich verenigen in een ‘generale unie’. Oftewel, voor het eerst hebben de Nederlanders zich echt verenigd als 1 gebied.
Willem van Oranje zocht wanhopig steun bij Engeland en Frankrijk en in 1581 werd het plakkaat van Verlatinghe getekend waarmee de Nederlanders de heerschappij van de Spaanse koning officieel afzwoeren.
Op 10 juli 1584 gaf de Fransman Balthasar Gerards gehoor aan de oproep van koning Filips II om Willem van Oranje te vermoorden en pleegde een fatale aanslag op de prins.
Vragen bij het filmpje.
Vraag 1:
In eerste instantie vocht Willem van Oranje niet tegen Koning Filips. maar tegen Alva en zijn troepen. Hoe kan je dit terughoren in ons Volkslied?
Vraag 2:
Waarom zouden de Watergeuzen niet meer mogen aanleggen in de Engelse havens van koningin Elizabeth?
Vraag 3:
Lees de bron en beantwoord dan de volgende vraag: waarom was admiraal Lumey in eerste instantie huiverig om de stad Den Briel te nemen?
Bron1: 31 Maart 1572
Aan boord van het vlaggenschip van de geuzenvloot staat admiraal Lumey aan dek. Hij denkt na over de afgelopen weken. Niet lang hiervoor had hij nog veilig in de haven van Dover gelegen waar eten en drinken was maar sinds de Engelsen hem hadden verboden aan te leggen in welke Engelse haven dan ook hadden hij en zijn mannen weinig te eten en geen rust gehad. Nu lagen ze ergens voor de kust van het eiland Voorne niet ver van het versterkte stadje Den Briel. Plotseling hoort hij vanuit de mast een scheepsjongen roepen dat er een bootje nadert aan bakboord. Was het misschien een Spaanse verkenner? Admiraal Lumey had geen zin om weer snel weg te moeten varen naar veiligheid., zijn mannen waren immers hongerig en moe. Hij greep het dichtstbijzijnde musket en liep naar de reling. Hij zelf zou wel even kijken wie er daar zijn vloot naderde. Tot zijn geruststelling was het een gewone burger die al vanaf veraf begon te roepen en te zwaaien. Het bootje kwam dichterbij en voordat hij het wist begon de persoon uit de boot via de touwladder zijn schip te beklimmen. De man was buiten zichzelf van opwinding. Bevrijders bevrijders, riep de man. De man werd voor Lumey gebracht.
"Wie ben je en wat wil je?" zei deze nors. "Ik ben Koppelstock", zei de man. "Ik ben veerman in Den Briel en ik kom vragen wanneer jullie ons komen bevrijden." "Bevrijden? Wat denk je wel", zei Lumey. "Denk je soms dat we een heel Spaans garnizoen aan gaan vallen met slechts een handvol musketten en sabels?" "U begrijpt me verkeerd zei Koppelstock. De Spanjolen zijn op oefening, er zijn slechts een handvol achter gebleven en u kunt de stad dus makkelijk nemen."
Lumey wist meteen wat voor een kans hij voor zich had en riep gelijk zijn kapiteins bij een. Er werd besloten, morgenochtend vallen we Den Briel aan. Lumey wreef in zijn handen, eindelijk kon hij de Spanjaarden een koekje van eigen deeg geven.
Vraag 4:
Bij Haarlem en Alkmaar deden de Spanjaarden meerdere bestormingen van de muren. Bij Leiden deden ze dit niet. Met welke tactiek probeerden zij de stad op de knieën te krijgen?
Vraag 5:
Lees bron 2 en beantwoord daarna de vraag
Willem van Oranje werd vermoord door Balthasar Gerards. Hij werd door 2 kogels geraakt waarvan er een dwars door zijn longen en slagaders ging. Als je een dusdanige wond hebt sterf je vrijwel onmiddellijk. Het is dus onwaarschijnlijk dat hij iets heeft kunnen zeggen. Toch werden enkele laatste woorden aan hem toegeschreven. Bedenk zelf een reden waarom het handig zou zijn voor de opstandelingen om dit te doen.
Bron2:
De veronderstelde laatste woorden van Willem Oranje waren:
Heere Godt weest myn siele ende dit arme volk ghenadich