4. De republiek der Nederlanden
Na de dood van Willem van Oranje zag het er slecht uit voor de opstand. Het Spaanse leger leek onverslaanbaar en de opstandelingen konden niks doen dan zich opsluiten in hun versterkte steden.
De laatste aflevering van 'De opstand tegen Spanje' gaat over hoe de Opstand toch zou slagen en uiteindelijk zou leiden tot het ontstaan van een zelfstandige Republiek der Nederlanden.
Samenvatting
Op 10 juli 1584 was het einde van de Nederlandse opstand nabij. Willem van Oranje was vermoord door Balthasar Gerards en de hertog van Parma, de Spaanse bevelhebber, veroverde een maand later de belangrijke stad Antwerpen.
De opstandelingen waren wanhopig. Tot open veldslagen met de Spanjaarden kwam het niet meer.
Alle belangrijke gevechten waren belegeringen. Voor elk leger is een belegering een zware taak die veel tijd kost. Vandaar dat een jaar na de dood van Willem van Oranje, de opstand nog altijd niet was afgelopen.
In augustus 1585, een jaar na de dood van Willem van Oranje, boden de opstandelingen de Engelse koningin, Elisabeth I, de heerschappij over de Nederlanden aan. Ze hoopten dat aansluiting bij Engeland de Spanjaarden zou afschrikken. Elisabeth weigerde dit, maar stuurde wel hulp.
Een nieuw duo nam de leiding over de Nederlandse gebieden in deze moeilijke jaren. Maurits van Nassau, zoon van Willem van Oranje werd de nieuwe stadhouder, oftewel de leider van alle legers en vloten en Johan van Oldenbarnevelt regelde de staatszaken.
Er werd bepaald dat de politieke macht bij de Staten-Generaal, oftewel een groep bestuurders uit alle gebieden van de Nederlanden, zou komen te liggen. Daarmee was in feite de Republiek der Verenigde Provinciën geboren. Dat een land bestuurd werd zonder koning, was volkomen nieuw in Noordwest-Europa.
Om in 1 keer af te rekenen met zowel de Nederlanden als Engeland stuurde Filips II een enorme oorlogsvloot. Deze zou echter verslagen worden door storm en de tegenaanvallen van de Nederlanders en Engelsen.
Hierna begon de Republiek langzaam maar zeker de oorlog te winnen. Prins Maurits bleek een goed bevelhebber.
Aan het einde van de 16e eeuw, op 13 september 1598, overleed Filips II van Spanje. De Spaanse macht was over haar hoogtepunt heen.
De republiek besefte dat het meer inkomsten, geld, nodig had als het de oorlog wou voortzetten en haar eigen toekomst veilig wou stellen. Een manier om geld te verdienen was de handel in specerijen en tabak in het verre oosten en dat gebeurde dan ook. In 1602 werd de VOC opgezet, de Verenigde Oost-Indische compagnie.
Het uiteindelijke succes van de VOC zou betekenen dat de eeuw die volgde, de 17e eeuw, de gouden eeuw zou gaan heten.
Er volgden nog jaren van oorlog met wisselend succes voor beide partijen. Echter zowel de Republiek als de Spanjaarden begonnen in 1641 aardig oorlogsmoe te worden. Vooral de rijke handelaren wilden graag een einde om zich zo op de handel te kunnen richten.
Op 15 mei 1648 werd de vrede definitief getekend. Het werd de vrede van Munster genoemd.
Vragen bij de film
Vraag 1
Hiernaast zie je vijf afbeeldingen van de bekende personen van die tijd.
Maak de juiste combinaties van naam en afbeelding.
Johan van Oldenbarnevelt
Maurits van Nassau
Filips II
Margaretha van Parma
Elisabeth I van Engeland
Vraag 2
Waarom werd de 17de eeuw de ‘gouden eeuw’ genoemd?
Vraag 3
Welke organisatie was opgericht door de Nederlanders voor de handel? Noteer de afkorting en de hele naam.
Vraag 4
Waar of niet waar? Noteer het goede antwoord.
Rijke handelaren verdienen veel geld aan oorlog? Waar / Niet waar
De VOC had als enige doel zoveel mogelijk land te veroveren? Waar / Niet waar
Het twaalfjarige bestand duurde geen niet echt 12 jaar, maar 12 maanden? Waar / Niet waar
Maurits van Nassau is de zoon van de vermoorde Willem van Oranje? Waar / niet waar
Vraag 5
Hier zie een stuk van de Vrede van Munster. Wie zouden deze moeten ondertekenen en wat zou erin kunnen hebben gestaan? Bekeken vanuit de 17de eeuw.
Vraag 6
Stel, jij bent een handelaar in de gouden eeuw. Heb je dan meer voordeel bij oorlogen of vrede in je land en omgeving? Vertel ook waarom je dat zo vind of denkt.